De premieregeling is op zichzelf niet nieuw, maar wel dat er twee varianten zijn: de solidaire en de flexibele premieregeling. Werkgevers en hun werknemersvertegenwoordigers moeten hieruit een keus maken. Daarom zetten we de belangrijkste overeenkomsten en verschillen hier op een rij.
Premie- versus uitkeringsregeling
Maar eerst even de vergelijking met de uitkeringsregeling (ofwel DB-regeling, van defined benefit) die in het Nederlandse pensioenlandschap tot voor kort de toon aangaf. Het belangrijkste kenmerk ervan – en ook het wezenlijke verschil met de premieregeling – is dat de hoogte van de pensioenuitkering hierbij juist wel vaststaat, behoudens de kortingen die pensioenfondsen eventueel kunnen toepassen. In 2028 moet deze uitkeringsregeling echter hebben plaatsgemaakt voor de premieregeling. Over deze hervorming van het pensioenstelsel is vele jaren onderhandeld tussen de sociale partners en de regering. Uiteindelijk werd in 2019 het Pensioenakkoord getekend. De vraag of de premieregeling een “beter” pensioen oplevert dan de oude uitkeringsregeling, of andersom, is niet zomaar te beantwoorden. Daarvoor zijn de regelingen gewoon te verschillend qua uitgangspunt: premie of uitkering. Sterk onderscheidend is dat deelnemers in de premieregeling hun eigen pensioenpot hebben, in tegenstelling tot de uitkeringsregeling. Daarmee zijn premieregelingen persoonlijker en in bepaalde opzichten transparanter. Verder is het pensioen bij een premieregeling sterker afhankelijk van de beleggingsresultaten; onder meer daarom moet het beleggingsbeleid meer afgestemd worden op de risicohouding van de deelnemer.
FPR en SPR: overeenkomsten en verschillen
De overeenkomsten tussen de flexibele premieregeling (FPR) en de solidaire premieregeling (SPR) zijn een stuk groter dan de verschillen. Wel kent de FPR een voorloper in de vorm van de DC-regeling op basis van de Wet verbeterde premieregeling (Wvp) van 2016. Deze DC-regeling wordt al op ruime schaal uitgevoerd en behoeft maar weinig aanpassingen om omgezet te worden tot een FPR volgens de Wet toekomst pensioenen (Wtp), die nu in ontwikkeling is. Bij Centraal Beheer APF voeren we deze regeling al uit in onze Kring DC sinds de oprichting. In het algemeen is het verschil tussen de FPR en de SPR zoals de S en de F in de afkortingen aangeven: de relatieve mate van Solidariteit (waaronder een verplichte collectieve reserve om eventuele tegenvallers op te vangen) versus Flexibiliteit (waaronder verplichte keuze tussen een vaste of variabele uitkering bij pensioneren) die de twee premieregelingen kenmerken.
Het volgende overzicht laat de overeenkomsten en verschillen meer in detail zien.