In de nieuwe pensioenregeling bouw je pensioen op via een premieregeling. Dat betekent:

• Jij en je werkgever leggen elke maand een vast bedrag in voor jouw pensioen.
• Dit bedrag is afgesproken tussen werkgevers en vertegenwoordigers van werknemers.
• Het geld komt op jouw persoonlijke pensioenrekening. Dit noemen we jouw pensioenkapitaal.
• Wij beleggen dit kapitaal zodat het kan groeien. Het pensioenkapitaal is alleen bedoeld voor jouw pensioen, of voor je (ex-)partner als jij overlijdt.

De nieuwe pensioenregeling is een premieovereenkomst. Je pensioen hangt voortaan af van de premie die wordt betaald, niet van een vast pensioenbedrag.

De premie is een vast percentage van je inkomen dat meetelt voor pensioen (de pensioengrondslag). Voor jong en oud geldt hetzelfde premiepercentage. Hoe hoger je pensioengrondslag, hoe meer premie er wordt ingelegd.

Wij beleggen je pensioenkapitaal. Gaat het goed met de beleggingen? Dan groeit je kapitaal. Gaat het minder goed? Dan kan het dalen. Beleggen betekent dat de waarde kan schommelen, maar op lange termijn levert het vaak meer op dan sparen.

Je pensioen groeit niet meer mee met de prijzen of lonen. Voorheen was die groei afhankelijk van de financiële situatie van het pensioenfonds. Nu is het rendement op de beleggingen bepalend. Als er winst is, groeit je pensioenkapitaal. Als het minder goed gaat met de beleggingen, kan je pensioenkapitaal ook dalen. Let op: De koopkracht van je pensioen kan veranderen. Je pensioen kan minder waard worden door inflatie. Als prijzen stijgen, kun je met hetzelfde pensioen minder kopen. Dit heet inflatierisico. Door inflatie kan je pensioen minder waard worden.

Ben je nog niet met pensioen? Dan mag je in de nieuwe pensioenregeling zelf kiezen hoeveel risico je wilt nemen met beleggen. Je kiest uit 6 risicoprofielen: van voorzichtig tot meer gedurfd. Hoe meer risico je kiest, hoe groter de kans op een hoger pensioen maar ook op schommelingen. Wij stemmen de beleggingen af op jouw keuze. Zo heb je zelf invloed op hoe jouw pensioengeld wordt belegd.

Als je met pensioen gaat, kies je:

• Een variabel pensioen bij ons: dit bedrag kan elk jaar veranderen.
• Een vast pensioen bij een andere organisatie: dit bedrag blijft hetzelfde. Jij kiest zelf bij welke organisatie je dit vaste pensioen aankoopt.

Je pensioen kan elk jaar stijgen of dalen. Om dalingen te beperken, is er een gezamenlijke reserve. Een klein deel van je pensioengeld gaat hierin. Bij tegenvallers gebruiken we deze reserve om je pensioen zo veel mogelijk op peil te houden.

Word je arbeidsongeschikt? Dan gaat je pensioenopbouw meestal door, zonder dat er premie wordt betaald. Dit heet premievrij voortzetten. Ben je gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan moet alleen voor het deel dat je nog werkt premie worden betaald. Voor het deel dat je arbeidsongeschikt bent, wordt je pensioenopbouw meestal premievrij voortgezet.

• In de nieuwe pensioenregeling verandert er veel voor het pensioen dat je partner en/of kinderen krijgen als jij overlijdt. Dit heet het nabestaandenpensioen. Het partnerpensioen bij overlijden vóór je pensioendatum wordt verzekerd op risicobasis. Dat betekent: je partner krijgt alleen een uitkering als jij overlijdt terwijl je nog pensioen opbouwt. Stop je met pensioen opbouwen, bijvoorbeeld door baanwisseling? Dan vervalt deze verzekering meestal. Let op: het kan zijn dat jouw huidige pensioenregeling al een risicoverzekering heeft. In dat geval verandert dit niet voor jou.
• In de nieuwe regeling hangt de hoogte van het nabestaandenpensioen niet meer af van hoeveel jaar je hebt gewerkt. In plaats daarvan wordt het berekend als een percentage van je pensioengevend salaris. Je werkgever kiest samen met (de vertegenwoordigers van) zijn werknemers welk percentage geldt in jouw regeling.

In de oude regeling betaalde je samen met je werkgever premie op basis van je leeftijd: hoe ouder je was, hoe hoger de premie. In de nieuwe regeling betaalt iedereen hetzelfde percentage, ongeacht leeftijd. Voor sommige mensen betekent dit dat ze minder pensioen opbouwen dan voorheen. Daarom kunnen werkgevers en werknemers afspreken dat er compensatie komt. Die compensatie is bedoeld voor mensen die door de overgang pensioen missen. Alle afspraken over de overgang staan in het transitieplan. Het bestuur gebruikt dit plan om te beoordelen of de nieuwe regeling haalbaar is, en eerlijk (‘evenwichtig’) is voor alle deelnemers. Die beoordeling leggen we vast in het implementatieplan.

Heeft het bestuur een invaarbesluit genomen? Dan wordt jouw opgebouwde pensioen omgezet naar de nieuwe pensioenregels. Dit gebeurt op één moment: de transitiedatum. We kijken dan hoeveel pensioen je hebt opgebouwd. Dat bedrag zetten we op jouw persoonlijke pensioenrekening. Vanaf dan gelden de nieuwe regels ook voor jouw bestaande pensioen.