Screening & uitsluiting
Ons beleid voor maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) telt diverse instrumenten. Een van de belangrijkste is screening & uitsluiting: het toetsen van en mogelijk niet beleggen in bepaalde ondernemingen of landen. Welke criteria hanteren we daarvoor?
Screening
Om goed inzicht te krijgen of ondernemingen zich houden aan internationale normen zoals die van het UN Global Compact en de OESO-richtlijnen, worden ondernemingen in de beleggingsfondsen regelmatig door de vermogensbeheerders gescreend. Hierbij wordt gekeken naar de impact van het gedrag van de onderneming op de samenleving of het milieu. Daarbij worden de ernst, schaal en onomkeerbaarheid van de schending beoordeeld. Naar aanleiding van de bevindingen nemen de vermogensbeheerders zo nodig actie om de negatieve impact van het gedrag te voorkomen of te verzachten en herstel of verhaal mogelijk te maken. Zo kan worden overgegaan tot het starten van een dialoog met de onderneming (engagement), tot het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen of tot het uitsluiten van de onderneming als de dialoog niet succesvol is verlopen.
De vermogensbeheerders voeren zo over alle beleggingsfondsen op een uniforme wijze de screening uit. Als er aanleiding is om ondernemingen uit te sluiten, dan geldt dit voor alle aandelen- en vastrentende waarden beleggingsfondsen.
Uitsluiting
We voeren ons uitsluitingsbeleid langs drie sporen:
- ondernemingen die maatschappelijk controversieel zijn, waaronder producenten en distributeurs van controversiële wapens en producenten van tabak;
- ondernemingen die structureel internationale normen schenden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en corruptie;
- staatsobligaties van landen die bij onze screening naar voren komen door:
– het schenden van het non-proliferatieverdrag;
– de systematische schending van mensenrechten van burgers;
– een hoge mate van corruptie.
Maatschappelijk controversieel
Controversiële wapens
Wapens die onevenredig veel leed en slachtoffers veroorzaken en geen onderscheid maken tussen burgerlijke en militaire doelen, noemen we controversieel. We zijn van mening dat deze wapens indruisen tegen de mensenrechten. De producenten en verkopers ervan sluiten we uit van onze beleggingen. In de praktijk gaat het om nucleaire wapens, biologische wapens, chemische wapens, antipersoonsmijnen en clustermunitie. We volgen hierin de Nederlandse overheid en internationale verdragen die door Nederland zijn ondertekend. Het gespecialiseerde onderzoeksbureau ISS-Ethix stelt ieder halfjaar vast welke ondernemingen betrokken zijn bij de productie en distributie van controversiële wapens. Vervolgens toetst dit bureau of onze beleggingsfondsen daarvan gevrijwaard zijn. Is dat niet zo, dan nemen we direct maatregelen. Het halfjaarlijks onderzoek van ISS-Ethix leidt regelmatig tot wijzigingen in de uitsluitingenlijst vanwege controversiële wapens. Ondernemingen kunnen immers betrokken raken bij de productie ervan, maar die betrokkenheid later ook intrekken.
Tabaksproducenten
De productie van tabak achten we maatschappelijk controversieel vanwege de gezondheidsrisico’s die hieraan verbonden zijn. Daarom hebben we besloten niet in tabaksproducenten te beleggen. Ze komen niet voor in onze beleggingsfondsen. We hebben de keus gemaakt om producenten van alle rookwaar uit te sluiten, maar niet de verkopers van tabak, zoals supermarkten, tankstations en luchtvaartmaatschappijen. Voor het vaststellen van ondernemingen die zich als rookwaarproducent kwalificeren, hanteren we de GICS-classificatiecode. Elk halfjaar toetsen we aan deze criteria onze beleggingen. Zijn daar eventueel holdings in tabaksproducenten in doorgedrongen, dan verkopen we die. Alle als rookwaarproducent aangemerkte ondernemingen komen op de uitsluitingenlijst.
Schendingen van gedragsnormen
Ten tweede willen we niet beleggen in ondernemingen die op grove en structurele wijze internationale gedragsnormen schenden op de thema’s mensenrechten, arbeid, milieu en corruptie. Met deze normen doelen we op internationale verdragen, te weten: het VN Global Compact, de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. De OESO-richtlijnen onderscheiden naast de vier genoemde thema’s ook: consumentenbelangen, wetenschap en technologie, mededinging en belastingen.
Ook voor het vaststellen van schenders van deze internationale gedragsnormen doen we een beroep op ISS-Ethix. Elk halfjaar stelt dit onafhankelijke onderzoeksbureau vast welke ondernemingen minstens één van de bovengenoemde principes schenden. Daarvan wordt een geactualiseerde lijst samengesteld. Komen ondernemingen op deze lijst voor in onze beleggingen, dan zal een nadere analyse uitgevoerd worden. Structurele schenders worden uitgesloten van onze beleggingen; daarvan is sprake indien de schending 24 aaneengesloten maanden heeft plaatsgevonden. Is dat niet het geval, dan geven we in eerste instantie de voorkeur aan het instrument engagement: het aangaan van de dialoog. De praktijk leert dat veel ondernemingen daardoor hun gedrag verbeteren en zo tegelijkertijd hun aandeelhouderswaarde vergroten. Daarnaast kan besloten worden om bepaalde ondernemingen op een watchlist te plaatsen, afhankelijk van onder meer de ernst van de schending, de mogelijk constructieve houding van de onderneming of reeds ingezette verbeteracties.
Elk halfjaar vinden er verschuivingen plaats op de lijst van normschendingen die ISS-Ethix rapporteert en dus ook op onze uitsluitingenlijst. Dat kan te maken hebben met nieuwe waarnemingen en inzichten van ISS-Ethix, maar bijvoorbeeld ook met uitspraken van internationale gerechtshoven.
Staatsobligaties
Ten derde willen we niet in landen beleggen die op grove en structurele wijze internationale gedragsnormen schenden. Indien uit onze screening blijkt dat landen zich hieraan schuldig maken, beleggen we niet in hun staatsobligaties. In de regel gaat het om landen die het non-proliferatieverdrag voor kernwapens schenden, die systematisch de mensenrechten van hun burgers schenden en om landen waar een hoge mate van corruptie bestaat.